Kim en Jeroen op reis!

De speelgoeddoos van Abrahám

Abrahám laat mij trots zijn speelgoeddoos zien. Een gescheurde plastic zak, gevuld met Duplo stenen die kapot en vies zijn, niet meer op elkaar passen. Hij bewaart zijn knikkers in een kapotte spaarlamp. Van Philips. Verder vermaakt Abrahám zich met wat oude verkiezingspamfletten, een speelgoedsoldaatje waarvan de loop is afgebroken en een smerig knuffelkonijn met één oor. De achteras van wat eens een mechanisch autootje was bewaart hij ook. Daar gaat hij later een mooie bolide van maken. Hij heeft al een biljet van 10 Soles. Monopolygeld.

Ik tover een knalgroene ballon uit mijn zak en blaas hem op. Het gezicht van Abrahám licht op. Hij pakt het stukje rubber met beide handen aan, een glimlach van oor tot oor. Ik heb nog nooit een kind zo blij gezien met zo'n kleinigheidje.

We zijn op Isla Amantaní, een klein eiland midden op het Titicacameer. In alle vroegte zijn we vanuit de haven van Puno vertrokken. Kim voelt zich gelukkig al stukken beter - ze lijkt zowaar geacclimatiseerd te zijn aan de hoogte van 3800m.

De reis brengt ons eerst langs Los Uros, een drijvend dorp van riet. Ongelooflijk hoe de bewoners hun leventje hier hebben ingericht: de meest primitieve huisjes staan her en der verspreid over het drijvende torariet. Bij elke stap die we zetten wanen we ons op een waterbed. Een rare gewaarwording. Hoewel de gemeenschap erg primitief lijkt, is de technologie niet ver weg. Elk huisje heeft eenzonnepaneel voor de nodige electriciteit. Motorbootjes vervangen detraditionele drijvende boten - de versies die wij zien zijn er nog voor de toeristen.De huisjes zijn ingenieus gebouwd, maar erg klein. We bezoeken een onderkomen van niet meer dan 2 bij 4, waar een gezin van 5 in leeft. Toch lijken de mensen heel gelukkig - de vrouwenborduren of zingen liedjes terwijl de mannen vissen, jagen en souvenirs van riet maken.

We verlaten Los Uros en vervolgen onze reis richting Amantaní. Drie uur later meren we in alle stilte aan en krijgen we ons gastgezin toegewezen. Dat blijkt de familie van onze kapitein te zijn: Romulo, zijn vrouw Silveria en zoons Elias van18en Abrahám van 7. Silveria snelt direct de 'keuken' in om de lunch te bereiden: soep van quinua (lokale graansoort) met aardappels en wat van de groente die we als cadeau hadden meegenomen, met als tweede gang eenaardappelsalade.

Na wat gerust te hebben laat Abrahám ons het dorp zien:de kleine gidsloodst ons volleerd naar de Plaza de Armas en de haven. Om 17:30 uur keren we terug - het is in dit deel van de wereld al vroeg donker. Eenmaal terug in de eenvoudige woning van de familie beginnen we in de duisternis aan de voorbereidingen voor het avondeten, slechts verlicht door een flikkerend peertje en wat zaklampjes. De twee Argentijnen die eerder bij ons op de boot zaten en ook in het huis verblijven doen de afwas en schillen aardappels. Kim en ik pellen de choclos - kleine maiskolfjes in alle mogelijke kleuren.

Silveria en Elias koken ons voorgerecht op een houtgestookt fornuis. De geur van eucalyptushout vult de kamer, terwijl cavia's piepend door de keuken rennen. In heel Peru worden deze cuy als lekkernij beschouwd, maar hier worden ze als huisdier gehouden. Dan wordt het eten geserveerd: aardappelsoep, gevolgd door rijst met een aardappelstoofpotje. Kim eet niet veel endeze overdaad aan aardappels is zelfs voor de meest doorgewinterde Hollander een hele opgave.

Na de maaltijd drinken we muña - kruidige thee en bier die we ook als cadeau hadden meegenomen. Al snel is het gezelschap verwikkeld in een gezellige discussie. De Argentijnen blijken toffe lui en de Quechua familie is zeer geïnteresseerd in ons leven. Om 20:00 uur schrikt Romulo van de tijd - normaal gesproken liggen ze rond deze tijd al in bed. Er is 's avonds dan ook niet veel te doen op het eiland. Geen TV, beperkte electriciteit, geen radio...bijna paradijs op aarde.

De volgende ochtend wekt Romulo ons zowaar met ontbijt op bed. Kim mompelt meteen iets in de trant van 'dat doe jij nou nooit'. Ik smoor haar geklaag met een verse pancake (hier uitgesproken als pankiki)belegd met aarbeienjam. We nemen ons ontbijt mee naar buiten, waar we in alle stilte en in de ochtendkou genieten van het ontwakende eiland. We krijgen al snel gezelschap van Abrahám, die zich prima vermaakt met de fotocamera en de bijbehorende afstandbediening. Hij heeft blijkbaar talent en maakt een prachtig plaatje.

Na het ontbijt moeten we het eiland alweer verlaten. Weemoedig nemen we afscheid van de familie en bedanken ze uitgebreid voor een onvergetelijke ervaring. Elias brengt ons terug naar Puno, maar niet voordat we op de terugweg nog even op het eiland Taquile stoppen. Daar krijgen we de gelegenheid om een kleine verkenningstocht te maken. We beklimmen de stijle trap van 500 treden van de haven naar het dorp. Een letterlijk en figuurlijk adembenemende opgave - met de tong op de schoenen genieten we van de vergezichten.

Zaten we op de heenweg met slechts 6 reizigers aan boord, op de terugweg doet de boot blijkbaar dienst als taxi voor de bewoners van Taquile. Zij gaan in toerbeurten eens per maand naar het vasteland om inkopen te doen voor een aantal families. In gezelschap van zo'n 15 eilandbewoners zetten we het laatste deel van onze reis in.

In Puno regelen we een buskaartje voor de reis naar Cuzco. Morgen begint alweer een nieuw avontuur in een nieuw deel van Peru!

Reacties

Reacties

Hoa en Maaike

Ook dit verhaal weer met een glimlach gelezen. Fijn dat Kim zich weer beter voelt! We zijn benieuwd naar de volgende verhalen!

Groetjes

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!